Job 22:15-16

26) het pad

Dat is, den vorigen gang, dien de goddelozen vanouds af tot hun verderf ingegaan zijn. Alzo is het woord eeuw, of eeuwigheid genomen. Jes. 57:11; Jer. 2:20, en Jer. 28:8.

Isa 57.11 Jer 2.20 28.8
27) rimpelachtig

Anders, uitgeroeid, of afgesneden zijn. Hierdoor verstaan sommigen in het algemeen de plagen en oordelen Gods over de goddelozen, die dikwijls vergeleken worden bij water, gelijk hier, en bij vuur, gelijk Job 22:20. Sommigen nemen het in het bijzonder op den zondvloed.

Job 22.20

28) tijd

Te weten, de volle tijd huns levens, tot welken zij naar den loop der natuur en den staat hunner gezondheid hadden kunnen geraken, zo zij niet door een geweldigen dood van versmoring waren omgekomen. Vergelijk Ps. 55:24.

Ps 55.23
Copyright information for DutKant