Job 29:10

20) hunne tong

Deze manier van spreken betekent stilzwijgendheid of onvermogendheid van spreken; zie dezelve ook Ps. 137:6; Ezech. 3:26.

Ps 137.6 Eze 3.26

Job 31:30

56) gehemelte

Dat is, mijn tong of mond.

57) zijn ziel

Dat is, met een vloek te wensen dat hij sterven zou. Anders, mits over zijn ziel een vloek te wensen.

Proverbs 8:7

15) gehemelte

Of, rake. Versta onder een lid, waardoor het spreken geschiedt, al de andere, die daartoe mede helpen, als lippen, tanden, tong en keel. Zie Job 33:2.

Job 33.2

16) een gruwel.

Hebreeuws, een gruwel mijner lippen; dat is, waarvan mijne lippen een gruwel, of afkeer hebben, te weten, om die te spreken. Zie boven Spreuk. 3:32.

Pr 3.32
Copyright information for DutKant