Job 33:4

6) De Geest Gods

Elihu geeft te verstaan dat hij een mens was en schepsel Gods gelijk anderen; vervolgens dat Job met hem vrijelijk spreken mocht zonder schroom, als met zijns gelijke, zodat hij zich niet behoefde te ontschuldigen met de vreeslijke majesteit Gods, tegen welke hij verklaard had niet te kunnen verstaan. Zie boven, Job 9:32, en Job 13:21, en Job 16:21.

Job 9.32 13.21 16.21

7) adem

Hij schijnt te zien op de schepping van den eersten mens; Gen. 2:7.

Ge 2.7

Job 37:10

26) [zijn]

Versta den wind, die ook zo genaamd wordt 2 Sam. 22:16; Ps. 18:16. Hebreeuws, door het geblaas Gods geeft Hij de vorst.

2Sa 22.16 Ps 18.15

27) brede wateren

Hebreeuws, de breedte der wateren in klontering, of pranging, of praming, of stijvigheid en vastigheid is; dat is vast ineengedrongen en geklonterd door de koude.

Isaiah 30:33

120) Tofeth

Hebreeuws, Tofthe, dat is, Tofeth, gelijk Jer. 7:31, en Jer. 19:6; zie de aantekening 2 Kon. 23:10. Versta hier door Tofeth niet alleen het graf, maar ook het helse vuur, dat allen vijanden Gods en vervolgers zijner kerk bereid is.

Jer 7.31 19.6 2Ki 23.10

121) den koning

Versta hier, Sanherib, den koning van Assyri‰.

122) Hij heeft

Te weten de Heere.

123) zijn brandstapel

Te weten van Tofeth.

124) hem aansteken

Of, dien; te weten den brandstapel, of, die zal, te weten roede, of dien, te weten staf, waarvan gesproken is Jes. 30:31; of versta dit van Tofeth.

Isa 30.31
Copyright information for DutKant