Job 36:30
65) Hij breidt Namelijk God. 66) hem Zijn Te weten, den mens. Anders, over die; te weten, wolk. 67) licht uit, Versta het weerlicht, hetwelk God doet voortbreken en schieten uit de wolken. Alzo onder, Job 37:3,15. Sommigen zetten het woord licht hier over, regen. Alzo onder, Job 37:11. Job 37.3,15,11 68) wortelen Dat is, de gronden der zee, tot welke God het weerlicht doet doorschijnen, dat zij daarmede schijnen bedekt te wezen.Job 37:3
7) Dat zendt Te weten, het geluid des donders. 8) Hij rechtuit Te weten, God. 9) Zijn licht Dat is, Gods bliksem en weerlicht. Alzo boven, Job 36:30. Job 36.30 10) einden Hebreeuws, vleugelen. Alzo onder, Job 38:13; Jes. 11:12. Job 38.13 Isa 11.12
Copyright information for
DutKant