Job 4:9

12) adem

Dit wordt van God bij gelijkenis gesproken, om zijn kracht en rechtvaardigheid te beter uit te drukken. De adem Gods betekent zijn kracht, die Hij gebruikt naar zijn wil, en zo licht kan uitvoeren als een mens zijn adem kan laten gaan. Vergelijk onder Job 33:4, en Job 37:10; Jes. 30:33.

Job 33.4 37.10 Isa 30.33

13) het geblaas

Versta, zijn gramschap en toornigheid. Vergelijk onder, Job 15:30, en de aantekening.

Job 15.30

Psalms 74:1

1) onderwijzing,

Zie Ps. 32:1.

Ps 32.1

2) voor

Of, Asafs, hetwelk men kan verstaan van Asaf zelf, of zijne nakomelingen. Zie Ps. 50:1. Sommigen menen dat Asaf zelf door den profetischen Geest deze psalm gemaakt heeft van toekomende tijden, om gebruikt te worden als deze zwarigheden Gods volk zouden overkomen.

Ps 50.1

3) eeuwigheid?

Of, voor altoos, ganselijk, ten enenmale. Zie van het Hebr. woord Ps. 13:2.

Ps 13.1

4) toorn

Of, uw neus. Verg. 2 Sam. 22:16. Anders, is rokende toorn zoveel als brandende toorn, gelijk Gods toorn dikwijls bij vuur vergeleken wordt, waarvan de rook opgaat. Zie Deut. 29:20; Ps. 80:5.

2Sa 22.16 De 29.20 Ps 80.4

5) schapen

Zie Ps. 100:3.

Ps 100.3
Copyright information for DutKant