Job 8:12

19) gras.

Zie 1 Kon. 18:5.

1Ki 18.5

Job 40:15

26) Omdat

Dat is, omdat hij niet leeft bij den roof, maar bij het gewas, dat op de bergen voortkomt, zo is het dat andere dieren hem niet vrezen, maar in zijn tegenwoordigheid zonder schroom en zorg zijn. Anders, als de bergen, enz. zo spelen, enz.

27) aldaar.

Dat is, in de plaats waar hij weidt.

Psalms 104:14

26) het gras

Zie de aantekening bij 1 Kon. 18:5.

1Ki 18.5

27) het kruid

Te weten, allerlei kruid tot spijs en tot medicijn.

28) het brood

Te weten, het koren, waar het brood van gemaakt wordt, gelijk Job 28:5; Pred. 11:1; Jes. 28:28, en Jes. 30:23. Het woord brood betekent hier, gelijk op vele plaatsen, allerlei spijs.

Job 28.5 Ec 11.1 Isa 28.28 30.23

Psalms 129:6

11) gras op de

Zie 1 Kon. 18:5.

1Ki 18.5

12) daken,

In het land Kana„n waren de daken der huizen van boven plat, waar gras op wies tussen de glepen of samenvoegingen der stenen en aan de kanten.

13) eer men het

Anders: eer men [de sikkel] trekt; te weten, om het gras af te maaien.

Psalms 147:8

13) Die de hemelen

Als ten tijde van den profeet Elis geschied is; 1 Kon. 18:45.

1Ki 18.45

14) gras [op] de

Van het woord gras, zie de aantekening bij 1 Kon. 18:5.

1Ki 18.5
Copyright information for DutKant