Jonah 4:6

13) beschikte

Zie boven Jona 1:17.

Jon 1.17

14) een wonderboom

Hebr. Kikajon. Van dit gewas is zeer verscheiden gevoelen. De voornaamste uitleggers houden het nu voor den wonderboom, anders genaamd mollenkruid, of kruisboom,, die in Egypte veel placht te wassen, en bekend te zijn met den naam van KIKI. Dit wast zeer haastiglijk en hoger op dan de lengte van een man, met grote brede bladeren, zijnde van verkoelende aard. Zie het kruidboek van Dodoneus.

15) schaduw

Als nu zijn eigen hut door de hitte van de zon mocht verdroogd en onnut geworden.

16) zijn verdriet

Om door deze onverwachte verkwikking zijn misnoegen [waarvan in het begin van dit hfdst. gesproken is] te verminderen en wat te breken, en voorts door het vervolg hem te onderwijzen en op te richten. Hebr. kwaad, of kwaadheid. Zie boven Jona 4:1.

Jon 4.1

17) de wonderboom

Vanwege het lieflijk en vermakelijk gerief, dat hij daarvan had, maar niet denkende op het einde, wat God daarmede voorhad.

Jonah 4:8

20) een stillen oostenwind

Of, zwijgenden, doven, waarop het Hebr. woord schijnt te zien; dat is, een zachten oostenwind, die zich niet liet horen noch voelen, en dienvolgens de hitte der zon niet brak, waarover de zon te meer op zijn hoofd gestoken heeft.

21) stak op het hoofd van Jona

Hebr. sloeg.

22) amechtig werd

Of, bezweek, na aan het bezwijken en versmachten was.

23) wenste zijner ziel te mogen sterven

Of, begeerde voor zijne ziel; dat is, zichzelven, zijn persoon; verg. Richt. 16:30, enz.

Jud 16.30

24) Het is mij beter te sterven dan te leven.

Gelijk boven Jona 4:3.

Jon 4.3
Copyright information for DutKant