Joshua 14:12
22) dit gebergte, Dat is, dit bergland, te weten, het gebergte Juda, waarop de stad Hebron lag. 23) gij hebt het Hieruit is af te nemen dat Kaleb deze bede aan Jozua gedaan heeft eer het land Kanan geheel ingenomen was, onaangezien Joz. 10:36,37, verhaald is dat Jozua Hebron heeft ingenomen en verstoord. Jos 10.36,37 1 Samuel 14:6
12) dezer onbesnedenen overgaan; Alsof hij zeggen wilde: Deze Filistijnen zijn vreemd van Gods verbond, en derhalve hatelijk voor zijn ogen, maar wij zijn besneden en dragen het teken en het verbond Gods aan onze lichamen. 13) misschien zal de HEERE Aldus spreekt Jonathan, omdat hij geen belofte der victorie van God had. 14) voor ons werken; Of, [wat] voor ons doen. 15) door weinigen. Zie hiervan een exempel Richt. 7:7; 2 Kron. 14. Zie ook Joz. 14:12. Jud 7.7 Jos 14.12 Daniel 4:27
73) laat mijn raad u behagen, Chaldeeuws, mijn raad zij schoon bij u. 74) breek uw zonden af door gerechtigheid, Alsof hij zeide: Gij hebt nu lang genoeg met allerlei ongerechtigheid gezondigd, [zie onder Dan. 5:19], dewijl u dan God de Heere zo genadiglijk tevoren waarschuwt, voorkom zijn oordeel en straffen met boetvaardigheid, breek, of snijd af, of ruk af [gelijk Gen. 27:40; Exod. 32:2] door gerechtigheid, [of aalmoezen; want dat betekent het Chaldeeuwse woord ook] uwe ongerechtigheid, en oefen genade over Gods volk, hetwelk verdrukt wordt door de strengheid uwer heerschappij. Da 5.19 Ge 27.40 Ex 32.2 75) aan de ellendigen, Of, aan de bedrukten, of aan de armen. 76) of er verlenging van uw vrede mocht wezen. Anders: of er misschien verlenging mocht wezen, enz. Het woord misschien betekent niet altoos twijfeling. Vergelijk Joz. 14:12; 1 Sam. 14:6; Hand. 8:22, en zie de aantekening aldaar. De zin is hier: Indien gij mijn raad volgt [te weten dien ik u geef, Dan. 4:27], zo hebt gij te hopen dat God, zich over u ontfermende, uw vrede, rust, welstand zal verlengen. Anders: zie, dit zal ene verlenging van uw voorspoed [of rust] zijn. Jos 14.12 1Sa 14.6 Ac 8.22 Da 4.27 Acts 8:22
24) misschien u Dit zegt Petrus niet, omdat hij twijfelde of God hem zijne zonde zou vergeven, indien hij zich recht bekeerde, maar omdat hij twijfelde of hij zich oprecht bekeren zou, gelijk uit de volgende woorden blijkt.
Copyright information for
DutKant