Joshua 9:7
14) Hevieten: Dat is, Gibeonieten. Zie onder, Joz. 11:19. Jos 11.19 15) in het midden van ons, Dat is, in dit land, hetwelk ons van God gegeven is. 16) hoe zullen wij Dit was den Isralieten expresselijk verboden; Exod. 23:32; Deut. 7:2. Ex 23.32 De 7.2Joshua 9:14
21) de mannen Dat is, de oversten der Isralieten, gelijk Joz. 9:15. Anders, zij namen de mannen aan vanwege hun reiskost; oordelende uit hun beschimmelde spijs, dat zij van verre kwamen. Jos 9.15 22) vraagden Te weten, door den hogepriester, den efod aanhebbende. Zie Num. 27:21. Zie ook 1 Sam. 23:9. Nu 27.21 1Sa 23.9 23) den mond des HEEREN niet. Dat is, den Heere, die beloofd had te antwoorden van het verzoendeksel; Exod. 25:22. Ex 25.22
Copyright information for
DutKant