Judges 10:14

18) Gaat henen,

Dit is een manier van spreken, genoemd ironie of bespotting, alsof God zeide: Ziet en ondervindt of de goden, die gij voor dezen hebt aangebeden, u zullen verlossen.

1 Kings 22:12

24) gij zult voorspoedig zijn;

Hebreeuws, zijt voorspoedig; dat is, gij zult voorspoedig zijn, alzo onder, 1 Kon. 22:15. Vergelijk Ps. 37:3, en Spreuk. 3:25.

1Ki 22.15 Ps 37.3 Pr 3.25

1 Kings 22:16

28) in den Naam des HEEREN?

Dat is, door des Heeren bevel en ingeving. Zie 2 Kon. 2:24.

2Ki 2.24

Ecclesiastes 11:9

28) vermaken

Hebr. goed doen.

29) wandel in de wegen

Dat is, doe wat uw hart lust en wat uw ogen behaagt. Uit deze woorden blijkt genoegzaam dat Salomo hier niet in ernst spreekt, maar schertsend, of schimpsgewijze; jegens degenen, die zulks, gelijk hier staat, met ernst spreken of gevoelen, namelijk dat men de jonge jaren met wellustigheid moet of mag doorbrengen. Num. 15:39 verbiedt God te wandelen in de wegen des harten.

Nu 15.39

30) in de aanschouwingen uwer ogen

Dat is, in al wat uwe ogen behagelijk en aangenaam is, volg dat vrij, neem uw genoegen in dit leven.

31) u zal doen komen

Alsof hij zeide: Gij zult daar wel ongaarne aankomen, maar God zal u wel doen komen, om rekenschap te geven van al wat gij gesproken en gedaan hebt. Zie onder Pred. 12:14.

Ec 12.14

Ezekiel 20:39

95) Gaat henen,

Een bevel spottenderwijze en uit zeer bittere toornigheid gegeven tot een teken, dat Hij dit hardnekkig volk verliet en verwierp; vergelijk Richt. 10:14; 1 Kon. 22:15; Job 38:3, en de aantekening.

Jud 10.14 1Ki 22.15 Job 38.3

96) hierna,

Te weten nadat gij uit Judea gevankelijk zult weggevoerd zijn.

97) Mijn heiligen Naam,

Hebreeuws, den naam mijner heiligheid.

98) uw giften en met uw drekgoden.

Te weten die gij uwen afgoden geeft en offert, en dat kwanswijs uit een goede bedoeling, tot mijne eer, gelijk gij voorgeeft.

Amos 4:4-5

15) Komt

Een bevel, spottenderwijze gegeven; want aldus bespot de Heere den hittigen brand en de dolheid der Isra‰lieten in het bedrijven der afgoderij, die den afgoden gaven wat met Gode alleen te Jeruzalem moest geven, en daarenboven veel meer deden ter ere der afgoden dan God voor zich bevoelen had; verg. Jer. 7:21; Ezech. 20:39, met de aantekening.

Jer 7.21 Eze 20.39

16) Beth-el,

Zie #Hos.4:15, en Hos. 12:5, en Amos 5:5.

Ho 4.15 12.4 Am 5.5

17) te Gilgal;

Versta hierop: Komt gaat vrij naar Gilgal, enz.

18) des overtredens veel,

Hebr. maakt veel, of vermenigvuldigt overtredende, of met overtreden.

19) drie dagen!

Dat is, om alle drie jaren der dagen; dat is drrie volle jaren, naar het bevel Gods, Deut. 14:28; alzo wordt dagen voor vele dagen, of een jaar der dagen voor vele dagen, of een jaar der dagen [dat is, een vol jaar] genomen, Lev. 25:29; Num. 9:22; 1 Sam. 27:7; zie de met de aantekening aldaar. Sommigen verstaan het van de vrolijke maaltijden, die zij op de drie feesten, pasen, pinksteren en der loofhutten, hielden van hunne tienden, Deut. 14:22. Enigen menen dat zij wel alle drie dagen den afgoden deden, wat men Gode slechts deed om de drie jaren.

De 14.28 Le 25.29 Nu 9.22 1Sa 27.7 De 14.22
20) rookt

Zie Lev. 2:1,15.

Le 2.1,15

21) gedesemde

Zie Lev. 2:11, en Lev. 7:13. Doch het schijnt dat de Isra‰lieten een nieuw reukoffer uit zuurdesem hadden verzonnen, doende alzo vele zonden tevens. I. Gevende den afgoden wat Gode toekwam. II. In een andere plaats den te Jeruzalem. III. Nieuwe overtollige diensten tegen Gods wet invoerende, om kwanswijs een ijver te betonen.

Le 2.11 7.13

22) hebt gij het gaarne,

Hebr. hebt gijlieden lief, of bemint gij, gelijk elders; alsof God zeide: Gij wilt het toch zo hebben, doet het dan, maar bedenkt hoe het u bekomen is, en wijders bekomen zal, gelijk volgt.

Matthew 23:32

37) vervult de maat uwer vaderen.

Dat is, gaat zo vrij voort, volgt en voleindigt uwer vaderen boosheid in het doden der profeten, totdat u de verdiende straf zal overkomen.

Copyright information for DutKant