Judges 13:16

18) van uw brood niet eten;

Dat is, van uw spijs. Alsof hij zeide: Dat bokje zou zijn •f tot spijs voor mij, •f tot een brandoffer. Nu heb ik geen spijs van doen, als zijnde geen mens maar een engel, ja Gods Zoon. Indien gij dan een brandoffer mij offert, dat zult gij Gode zelven opofferen, gevende daarmede te kennen dat hij waarachtig God was. Vergelijk Richt. 13:17,18,19, en Richt. 13:22,23.

Jud 13.17,18,19,22,23

19) Want Manoach wist niet,

Dit is de reden, waarom Manoach hem spijs had willen bereiden en voorzetten.

Copyright information for DutKant