Judges 17:3

7) den HEERE ganselijk geheiligd

Hebreeuws, den Heere heiligende geheiligd. Dit was de dekmantel der afgoderij, dat zij dezelve den Heere wilde opdringen, alsof zij tot zijn dienst geschiedde, tegen zo menige uitgedrukte bevelen des Heeren, gelijk de boeken van Mozes en de tien geboden zelf betuigen.

8) mijn zoon,

Dat is, zoons zoon, zie Richt. 17:5.

Jud 17.5

9) en een gegoten beeld

Het schijnt dat zij twee beelden gemeend heeft, een gesneden en een gegoten, gelijk te zien is Richt. 18:17,18, hoewel daar in Richt. 18:20,30,31 alleenlijk van ‚‚n gemeld wordt; ook wordt hier Richt. 17:4 gezegd in het getal van enen: Dat [beeld] was in het huis van Micha, waarop de aandachtige lezer kan letten.

Jud 18.17,18,20,30,31 17.4
Copyright information for DutKant