Judges 19:18

29) huis des HEEREN;

Zijnde in dien tijd te Silo, in Benjamin, niet ver van Efra‹ms gebergte, gelijk afgenomen wordt uit Joz. 18:1; boven, Richt. 18:31; 1 Sam. 1:3.

Jos 18.1 Jud 18.31 1Sa 1.3

Judges 20:26

48) huize Gods,

Hebreeuws, Beth-El; dat is, Gods huis, gelijk het door de meeste overzetters in deze historie wordt vertaald. Dit is ook de naam van de vermaarde plaats Beth-El [zie #Gen.28:19]. En omdat in Richt. 20:27 gezegd wordt, dat aldaar de ark des verbonds in dien tijd was, nemen sommigen daaruit af, dat zij te Bethel en niet te Silo [in deze historie nergens genoemd dan onder, Richt. 21:12,19,21] geweest is, omdat het woordje aldaar zo wel niet schijnt te passen, als er geen plaats tevoren genoemd zou zijn. Doch Bethel was zo ver oostwaarts van Gibea [naar uitwijzen der beste kaarten] gelegen, dat het ganse volk zeer kwalijk zo haast derwaarts trekken en wederkeren kon; maar Silo was dicht bij Gibea. De aandachtige lezer zal hiervan kunnen oordelen. Zie boven, Richt. 19:18, en onder, Richt. 21:12.

Ge 28.19 Jud 20.27 21.12,19,21 19.18 21.12
Copyright information for DutKant