Judges 4:2
1) verkocht hen de HEERE Zie boven, Richt. 2:14. Jud 2.14 2) Jabin, Zie van een ander Jabin, Joz. 11:1. Jos 11.1 3) Kananieten, Hierdoor worden somtijds in het algemeen verstaan al de heidense volken, die in Kanan woonden; somtijds gelijk hier, een bijzonder volk onder al dezen, wonende aan de noordelijke grenzen van Kanan. 4) Hazor regeerde; Zie Joz. 11:10,11, en Joz. 19:36; Jer. 49:28. Jos 11.10,11 19.36 Jer 49.28 5) dezelve nu Te weten, Sisera, of [gelijk sommigen] Jabin. 6) Haroseth der heidenen. Een stad, gelegen aan de wateren van Merom, van welke te zien is Joz. 11:5,7. Het kan zijn dat verscheidene overgebleven heidense volken zich hier nedergeslagen hebben, om onder de macht van Jabin en Sisera tegen Isral verzekerd te zijn. Hebreeuws, Charoscheth. Jos 11.5,7
Copyright information for
DutKant