Judges 6:21

33) vuur op uit de rots,

Vergelijk Lev. 9:24; 1 Kon. 18:38; 2 Kron. 7:1.

Le 9.24 1Ki 18.38 2Ch 7.1

34) uit zijn ogen.

Versta, zeer haastelijk en onvoorziens, zodat hij hem gans niet meer zag; waardoor hij verschrikt en bevreesd werd, gelijk volgt.

Isaiah 62:1

1) Om

Dat zijn de woorden van de profeet Jesaja, zo in zijn naam als in dien van andere profeten en dienaren Gods.

2) Sions wil

Dat is, der kerk, of van het volk Gods, straks Jeruzalem genoemd; een voorbeeld der kerk van het Nieuwe Testament; Hebr. 12:22; Openb. 14:1, en Openb. 21:2.

Heb 12.22 Re 14.1 21.2

3) niet zwijgen,

Dat is, ik zal niet ophouden de troostelijke beloftenissen, die God mij geopenbaard heeft van zijne kerk te verkondigen; zie Ps. 122:6, en 2 Tim. 4:2.

Ps 122.6 2Ti 4.2

4) niet stil zijn;

Of, niet rusten.

5) haar gerechtigheid

Te weten van de stad Jeruzalem, dat is, van de kerk. De zin is, totdat Christus, die onze gerechtigheid en Heiland is, aan de wereld geopenbaard worde.

6) voortkome

Of, opga. Hebreeuws, uitga; te weten gelijk de zon uit hare kamer gaat; zie Ps. 10:6.

Ps 10.6

Zechariah 12:6

20) als een vurige haard

Hebr. als een haard des vuurs; dat is, als, of tot enen haard op welken een vuur brandt, hetwelk het hout, dat er op ligt, verteert. Alzo straks Hebr. als een fakkel des vuurs. De zin is: zij zullen al hunne vijanden overwinnen, hetwelk hier geestelijkerwijze te verstaan is van de overwinning der gelovigen over hun geestelijke vijanden. Verg. Ps. 48, Ps. 87, Ps. 125, Ps. 129.

21) Jeruzalem zal nog

De ware burgers van Jeruzalem, de Christelijke kerk.

22) blijven

Hebr. zitten, of wonen; dat is, blijven.

23) in haar plaats te Jeruzalem.

In die plaats, waar men God in waar geloof aanroept en Hem naar zijnen wil dient, hetzij dan daar, hetzij in de ganse wereld.

Copyright information for DutKant