Judges 8:11

21) tenten wonen,

Te weten, der Arabieren, die daarvan Scenitae genoemd zijn, alsof men zeide Tentenaars.

22) Nobah en Jogbeha;

Deze twee plaatsen waren ook aldaar over de Jordaan gelegen, tegen het oosten.

23) zorgeloos.

Of, zeker, gerust, niet denkende dat Gideon met zijn volk, van najagen vermoeid zijnde, zo haast over de Jordaan en voorts dezen weg naar het oosten hen zou kunnen achterhalen.

Jeremiah 49:31

108) zekerheid woont,

Dat is, zeker en zorgeloos is.

109) deuren noch grendel heeft,

Omdat deze Arabieren in tenten woonden, gene huizen hadden en geen vijand vreesden. Zie Richt. 8:11, met de aantekening, en vergelijk Num. 23:9; Deut. 33:28; Micha 7:14.

Jud 8.11 Nu 23.9 De 33.28 Mic 7.14
Copyright information for DutKant