Judges 8:30-31

48) heupe voortgekomen waren;

Zie Gen. 46:26.

Ge 46.26
49) bijwijf,

Zie van bijwijven, Gen. 22:24.

Ge 22.24

50) Sichem was,

Gelegen op een berg in Efra‹m, niet ver van Samaria, ten westen van Ofra, waar Gideon woonde. Zie Gen. 12:6, en Gen. 33:18. Het was een van de vrijsteden; Joz. 20:7. Hieromtrent zijn ook Jozefs beenderen begraven; Joz. 24:32.

Ge 12.6 33.18 Jos 20.7 24.32

51) noemde zijn naam

Hebreeuws, stelde, zette.

52) Abimelech.

Dien de Sichemieten, na Gideons dood, tot een koning maakten, voorbijgaande, ja dodende al de echte zonen van Gideon, behalve Jotham, die zich verborg. Zie Richt. 9.

Judges 9:5

11) zeventig mannen,

Er werden maar negen en zestig gedood [want Jotham ontkwam], maar de Heilige Schrift noemt naar gewoonte het volle getal. Zie Gen. 42:13; Num. 14:33; 1 Cor. 15:5.

Ge 42.13 Nu 14.33 1Co 15.5
Copyright information for DutKant