Leviticus 16:13

20) nevel des reukwerks

Hebreeuws, wolk.

21) bedekke,

Te weten, opdat alzo de priester verhinderd worde het teken der Goddelijke tegenwoordigheid te zien.

Hebrews 9:4

10) wierookvat,

Grieks thymiaterion; waardoor sommigen verstaan het reuk-altaar zelf, dat in het heilige stond, waar de priesters alle dagen ingingen om daarop te roken, gelijk Hebr. 9:6 ook wordt aangewezen, en Exod. 30:6 te zien is. Welk, gelijk het dicht aan het heilige der heiligen stond, zo menen zij dat hier gezegd wordt, dat het heilige der heiligen hem had. Doch deze manier van spreken zou zeer ongewoon zijn, dewijl hier uitdrukkelijk staat, dat het heilige der heiligen, hetwelk achter het tweede voorhangsel was, dit thymiaterion had, gelijk ook de ark des verbonds. Daarom wordt het bekwamer genomen voor het wierookvat, waarmede de hogepriester eenmaal des jaars in het heilige der heiligen ging, om te roken; hetwelk daarom ook in het heilige der heiligen bewaard werd, gelijk Josefus getuigt, lib. 2, tegen Appion. En hoewel Mozes daarvan geen uitdrukkelijk gewag maakt, zo kan nochtans hetzelve uit Lev. 16:12 ook genomen worden.

Heb 9.6 Ex 30.6 Le 16.12

11) in welke was

Sommigen menen, dat deze woorden in welke, zien op het woord tabernakel, waarvan in Hebr. 9:3 gesproken is, omdat 1 Kon. 8:9 en 2 Kron. 5;10, uitdrukkelijk gezegd wordt, dat in de ark des verbonds niet was besloten dan de twee tafelen der wet. Doch anderen verstaan het van de ark zelf, in of omtrent welke de gouden kruik met manna en de staf A„rons ten tijde van den tabernakel geweest zijn, gelijk te zien is Exod. 16:33,34, en Num. 17:10, hoewel die ten tijde toen de tempel van Salomo was gebouwd daar niet meer in of omtrent geweest zijn, of omdat zij vergaan waren, of omdat zij ergens in een ander deel des tempels zijn gebracht, gelijk ook het echte boek der wet, waarvan gewag wordt gemaakt Deut. 31:26; 2 Kron. 34:14.

Heb 9.3 1Ki 8.9 Ex 16.33,34 Nu 17.10 De 31.26 2Ch 34.14

Revelation of John 5:9

21) nieuw lied, zeggende:

Dat is, van een nieuw maaksel en van een nieuwen inhoud, gelijk Ps. 33:3; Jes. 42:10.

Ps 33.3 Isa 42.10

22) met Uw bloed,

Grieks in uw bloed; dat is, door of met.

Revelation of John 6:10

20) Hoelang, o heilige en

Grieks tot wanneer toe. Dit gebed komt niet voort uit enige wraakgierigheid, maar uit een heiligen ijver, die deze heilige Geesten tot de bevordering van Gods eer, en een begeerte, dat God Zijn rechtvaardigheid en hun goede zaak bekend make onder de mensen, gelijk David ook spreekt tot Saul, 1 Sam. 24:13, en Paulus van een vijand der Kerk van Christus, 2 Tim. 4:14, en wij allen tezamen, als wij bidden: verlos ons van den boze.

1Sa 24.12 2Ti 4.14

Revelation of John 7:9-10

12) Na dezen zag ik, en ziet,

Gelijk de voorgaande tekening der honderd vier en veertig duizend is geschied op aarde, ten tijde van den antichrist, toen de Kerk van Christus nog onder Hem schuilde en vervolgd werd, alzo is dit ontelbaar getal uit alle volken in den hemel gezien, voor den troon Gods, waar zij uit alle gewesten en tijden zijn vergaderd. Anderen nemen dit ontelbaar getal voor degenen, die na het begin van den val van den antichrist in de openbare gemeenten door alle landen zijn vergaderd, en nog dagelijks vergaderd worden. Want deze tekening, pleegt in de verdrukte en schuilende, niet in de openbare en vrije Kerken te geschieden, gelijk de plaats Ezech. 9:4 ook medebrengt. Zie ook Openb. 14:1.

Eze 9.4 Re 14.1

13) talen, staande voor den troon,

Grieks tongen.

14) palm[takken waren]

Namelijk tot een teken van overwinning.

15) zij onzen God, Die op

Namelijk alleen toe te schrijven; dat is, wij hebben die verkregen niet door onze eigen kracht, werken of waardigheid, maar door enkel genade Gods en de verdiensten van Jezus Christus onze Zaligmaker. Zie Ef. 2:8,9,10; Openb. 19:1.

Eph 2.8,9,10 Re 19.1

Revelation of John 7:15

24) voor den troon van God,

Dat is, in de tegenwoordigheid van Gods aanschijn.

25) dienen Hem dag en nacht

Namelijk met Hem te loven en danken.

26) in Zijn tempel;

Namelijk in het binnenste des hemels. Want het hemelse Jeruzalem heeft geen anderen tempel dan God en het Lam; Openb. 21:22.

Re 21.22

27) hen overschaduwen.

Of bijwonen. Grieks ene hut, of tabernakel over hen zijn, of maken.

Revelation of John 8:3

5) een andere engel, en stond

Namelijk van een andere natuur, die hier tussenbeiden is gekomen eer de andere zeven hebben gebazuind; en door dezen engel wordt hier noodwendig Christus onze Middelaar verstaan, de engel des verbonds en het aanschijn Gods, Jes. 63:9, en Mal. 3:1; die alleen de priester des hemels is, en onze gebeden met het reukwerk Zijner verdiensten, op het gouden altaar, dat is, op zichzelf Gode tot een aangenamen reuk offert en voordraagt, gelijk betuigd wordt Rom. 8:34; Ef. 5:2; Hebr. 4:14, en Hebr. 9:24, en Hebr. 13:10,15; 1 Joh. 2:1.

Isa 63.9 Mal 3.1 Ro 8.34 Eph 5.2 Heb 4.14 9.24 13.10,15 1Jo 2.1

6) gegeven, opdat hij het [met]

Namelijk van God Zijn Vader, dewijl Hij Hem tot een Middelaar heeft gesteld.

7) de gebeden aller heiligen

Grieks zou geven de gebeden. Dit verstaan enigen van de gebeden aller gelovigen op aarde, die gedurig tot God roepen en zuchten, dat Zijn rijk kome, en dat Hij hen verlosse van den boze. Anderen verstaan dit van de gebeden der martelaars in het bijzonder, waarvan hiervoor is gesproken, Openb. 6:10; doch kan wel van al de gebeden der kinderen Gods in het algemeen verstaan worden.

Re 6.10
Copyright information for DutKant