Leviticus 21:1

1) een dode

Hebreeuws, ziel. Zie boven, Lev. 19:28, en onder, Lev. 21:11.

Le 19.28 21.11

2) verontreinigen

Te weten, met het dode lichaam aan te roeren of ten grave te helpen en rouw er over te dragen, gelijk anderen deden, die geen priesters waren.

Leviticus 21:11

21) over zijn vader en over zijn moeder

Versta dit van den hogepriester alleen; want den anderen was dit geoorloofd. Zie boven, Lev. 21:2.

Le 21.2
Copyright information for DutKant