‏ Leviticus 24:11

17) lasterde de zoon der Isra‰lietische vrouw

Het Hebreeuwse woor wat hier uitdrukkelijk lasteren overgezet is, betekent eigenlijk doorsteken, doorboren, doorwonden; waarmede de afgrijselijkheid dezer daad te kennen gegeven wordt, omdat hij God met zijn snode tong als doorstoken had.

18) NAAM,

Versta, den naam des Heeren, of, JEHOVAH, gelijk zulks verklaard wordt Lev. 24:16, en Deut. 28:58. Zie van dezen naam Gen. 2:4.

Le 24.16 De 28.58 Ge 2.4

19) brachten zij hem tot Mozes;

Versta, dat de rechters hem tot Mozes gebracht hebben, om hem raad te vragen hoe zij dezen gruwelijken lasteraar straffen zouden.

‏ Deuteronomy 28:58

62) Naam, den HEERE, uw God;

Vergelijk Gen. 2:4; Lev. 24:11; 2 Sam. 6:2, den naam des HEEREN; dat is, de HEERE zelf, wien alleen deze naam JEHOVAH toekomt, te weten, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, als zijnde de enige ware God, in wezen, eigenschappen, heerlijkheid, werkingen, enz.

Ge 2.4 Le 24.11 2Sa 6.2

‏ 1 Kings 8:29

52) ogen

Menselijkerwijze van God gesproken, wiens ogen gezegd worden open te zijn over de zijnen, als Hij zich over hen ontfermt, hen verhoort en hun goeddoet. Vergelijk onder, 1 Kon. 8:52, en Ps. 33:18, en Ps. 34:16; Zach. 12:4.

1Ki 8.52 Ps 33.18 34.15 Zec 12.4

53) Mijn Naam

Zie boven, 1 Kon. 8:16.

1Ki 8.16

54) in deze plaats.

Anders, naar deze plaats; te weten, zich wendende naar dit huis, en ziende op de beloften van uw tegenwoordigheid; zie Dan. 6:11.

Da 6.10

‏ 1 Kings 18:15

22) de HEERE

Versta, door de heirscharen, alle schepselen, hemelse en aardse, zienlijke en onzienlijke, redelijke en redeloze, levende en levenloze. De redenen om welke zij heiren genoemd worden, zie Gen. 2:1. Dezer aller opperste Heere is God; niet alleen, omdat Hij hen allen geschapen heeft en nog onderhoudt, zodat zij eigenlijk hem alleen toebehoren, maar ook omdat Hij hen zo regeert, dat zij hem steeds in het uitvoeren van zijn heiligen wil in grote menigte ten dienste staan; en werd deze naam Gode dikwijls toegeschreven gelijk 1 Sam. 1:3, en 1 Sam. 4:4; 2 Sam. 5:10; Ps. 24:10; Jes. 1:9, enz.

Ge 2.1 1Sa 1.3 4.4 2Sa 5.10 Ps 24.10 Isa 1.9

23) voor Wiens

Alzo boven, 1 Kon. 17:1. Zie Deut. 10:8.

1Ki 17.1 De 10.8

24) ik zal voorzeker

Dat is, zo waar is het dat ik heden voor Achab zal verschijnen, als het waarachtig is dat de Heere leeft.

Copyright information for DutKant