Luke 24:26
27) ingaan? Namelijk na of door Zijn lijden; Hebr. 2:9; 1 Petr. 1:11. Heb 2.9 1Pe 1.11 Philippians 2:6
17) gestaltenis Gods Grieks morphe; dat is, gedaante, of, gestaltenis, met welk woord hetzelve hier overgezet is, omdat daardoor hier betekend wordt, niet alleen een goddelijke majesteit en heerlijkheid, maar ook het goddelijke wezen zelf, overmits zonder hetzelve geen ware goddelijke majesteit en heerlijkheid kan wezen, en deze ook bij niemand kunnen zijn dan bij den waarachtigen God, Jes. 42:8. En uit het volgende blijkt dat door dit woord hier ook het wezen Gods betekend wordt, gelijk gezegd wordt, Filipp. 2:6, dat hij Gode evengelijk was, en Filipp. 2:7, dat hij de gestaltenis van een dienstknecht heeft aangenomen; dat is, niet alleen een dienstbare en knechtelijke hoedanigheid, maar ook een ware menselijke natuur zelve met zodanige hoedanigheid bekleed. Zodat de woorden gestaltenis Gods te verstaan zijn van zijn wezen en staat, in welke hij geweest is van alle eeuwigheid, eer hij de menselijke natuur heeft aangenomen. Zie Joh. 1:1,14, en Joh. 17:5. Isa 42.8 Php 2.6,7 Joh 1.1,14 17.5 18) geen roof Dat is, geen zaak die ongeoorloofd, of onrechtvaardig was, die Hem met recht niet toebehoorde, alsof Hij ze geroofd had. 19) Gode even Dat is, Gode Zijnen Vader naar Zijn goddelijk wezen, en dienvolgens ook in majesteit en heerlijkheid volkomen gelijk te zijn en te blijven, als zijnde n met den Vader. Zie Joh. 5:18,26, en Joh. 10:20, en Joh. 16:15; Hebr. 1:3. Joh 5.18,26 10.20 16.15 Heb 1.3 1 Peter 1:11
37) hoedanigen tijd Dat is, niet alleen de genade zelf is van hen onderzocht maar ook de tijd, wanneer die over het huis van Isral zou komen; zie Gen. 49:10; Jes. 11:1; Dan. 9:24. Ge 49.10 Isa 11.1 Da 9.24 38) de Geest van Dat is, de Heilige Geest, door wien de heilige mannen Gods gedreven zijn geweest en gesproken hebben, 2 Petr. 1:21; welke hier Christus' Geest genoemd wordt, omdat Hij van Christus voortkomt, en Hij Hem van den Vader, niet alleen tot de apostelen, maar ook tot de profeten heeft gezonden. Zie Joh. 12:41, en Joh. 15:26, vergeleken met Hand. 28:25; waarom Hij ook de Geest van den Zoon genoemd wordt; Gal. 4:6. 2Pe 1.21 Joh 12.41 15.26 Ac 28.25 Ga 4.6 39) heerlijkheid daarna Grieks de heerlijkheden.
Copyright information for
DutKant