Luke 4:17

13) gegeven het boek van den profeet Jesaja;

Dat is, gelangd, of toegereikt. Zie Hand. 13:15.

Ac 13.15

14) opengedaan had,

Grieks ontvouwd, of ontrold had; gelijk veeltijds de boeken in oude tijden op perkamenten of papieren rollen geschreven werden, Ps. 40:8; Hebr. 10:7; Openb. 6:14.

Ps 40.7 Heb 10.7 Re 6.14

15) de plaats, daar geschreven was;

Hier schijnt Christus twee plaatsen uit Jesaja tezamen gevoegd te hebben; want sommige van deze woorden staan Jes. 61:1, en sommige Jes. 42:7.

Isa 61.1 42.7

John 1:33

74) kende Hem niet;

Namelijk eer Hij tot mij kwam om gedoopt te worden. Want toen Christus tot hem kwam, heeft hem God geopenbaard dat dit de persoon was, Matth. 3:14, en daarna is hij door dit teken in deze kennis meer bevestigd.

Mt 3.14

75) met water, Die

Grieks in; gelijk ook Joh. 1:31.

Joh 1.31

76) doopt.

Zie Matth. 3:11.

Mt 3.11
Copyright information for DutKant