Mark 16:9
11) der week, Grieks, des sabbats; hetwelk ook somtijds voor de gehele week genomen wordt. Zie Luk. 18:12. Lu 18.12 12) verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, Van deze eerste verschijning zie breder Joh. 20:14. Joh 20.14 John 20:1
1) op den eersten Grieks op een der sabbaten. Zie Matth. 28:1; Mark. 16:2,9, en hierna Joh. 20:19. Mt 28.1 Mr 16.2,9 Joh 20.19 2) Maria Magdalena En nog enige andere vrouwen met haar, Matth. 28:1; Luk. 24:1,10; dan het schijnt dat Maria Magdalena vooruit is gegaan en eerst aan het graf gekomen. Mt 28.1 Lu 24.1,10 3) vroeg, als het Zie de aantekeningen Mark. 16:2. Mr 16.2 4) den steen van het Hetwelk van den engel v¢¢r hare komst gedaan was; Matth. 28:2. Mt 28.2 John 20:19
31) op denzelven Hier volgt Johannes de rekening der dagen naar de wijze der Romeinen. Want alzo deze verschijning geschied is des avonds laat, als nu de twee discipelen van Emmas bij hen gekomen waren, Luk. 24:36, en derhalve de zon lang ondergegaan was, zo zou dit naar de Joden rekening niet de eerste maar de tweede dag der week zijn. Zie Joh. 19:14. Lu 24.36 Joh 19.14 32) der week, en als Grieks der sabbaten. Zie hiervoren Joh. 20:1. Joh 20.1 33) kwam Jezus en Hoe Christus daar binnen gekomen is, wordt niet uitgedrukt, en is niet nodig te onderzoeken, alzo Hij door Zijn goddelijke kracht zulks op verscheidene wijzen heeft kunnen doen, gelijk men zien kan Hand. 12:10, zodat men hieruit niet kan besluiten dat Zijn lichaam door de gesloten deuren zou doorgegaan of doorgedrongen zijn. Ac 12.10 34) Vrede zij ulieden! Dit was de gewone manier van groeten onder de Joden, waarmede zij elkander alle geluk en zaligheid toewensten. John 20:26
45) acht dagen Hetwelk schijnt de tweede Zondag van Zijne verrijzenis te zijn, nadat het gehele paasfeest geindigd was. 46) binnen, en Thomas Namelijk hetzelfde huis binnen Jeruzalem; Luk. 24:33. Lu 24.33 Acts 20:7
14) eersten [dag] Grieks enen. Zie Gen. 1:5; Matth. 28:1; en vergelijk daarmede 1 Cor. 16:2, welke dag de dag des Heeren genaamd wordt, Openb. 1:10. Ge 1.5 Mt 28.1 1Co 16.2 Re 1.10 15) der week, als Grieks der sabbaten. Zie Matth. 28:1; Luk. 18:12. Mt 28.1 Lu 18.12 16) om brood te breken, Dat is om met elkander te eten, en het Avondmaal des Heeren te houden. Zie Hand. 2:42,46; 1 Cor. 11:20,21,22. Ac 2.42,46 1Co 11.20,21,22 17) handelde Paulus Namelijk van de leer des Evangelies. Revelation of John 1:10
28) in den Dat is, in een vertrekking of verheffing van zinnen door den Heiligen Geest, gelijk Petrus geschied is Hand. 10:10, en Paulus van zichzelf getuigt 2 Cor. 12:2, en gelijk den profeten ook doorgaans is geschied. Ac 10.10 2Co 12.2 29) den dag Dat is, den eersten dag der week, zo genoemd omdat Christus op dien dag is opgestaan van de doden, en omdat de dienst des Heeren reeds in dien tijd door de christenen, in plaats van den Sabbat, werd gepleegd, gelijk alle oude leraars getuigen, en ook volgt uit Hand. 20:7, en 1 Cor. 16:2. Op dien dag dan, die tot den godsdienst was geheiligd, is Johannes, met heilige overdenkingen bezig zijnde, omdat hij in een plaats was waar toen nog geen vergaderingen schijnen geweest te zijn, deze Openbaring geschied. Ac 20.7 1Co 16.2 30) als ener Dat is, zo helder en klaar als van een bazuin. Want dat het een sprekende stem is geweest blijkt uit hetgeen volgt.
Copyright information for
DutKant