Matthew 10:32

31) belijden voor mijn Vader,

Dat is, voor mijn ware discipelen erkennen; gelijk verlochenen is voor zijn ware discipelen niet erkennen. Zie Matth. 7:23.

Mt 7.23

1 John 4:15

53) beleden zal hebben,

Namelijk en voorts zal gedaan hebben hetgeen deze belijdenis vereist, namelijk hem met waar geloof zal aangenomen hebben en zijn geloof met de werken der liefde getoond. Want anderszins hebben dit ook de duivelen wel beleden; Matth. 8:29; Mark. 5:7.

Mt 8.29 Mr 5.7

54) God blijft in hem,

Zie de verklaring 1 Joh. 3:24.

1Jo 3.24
Copyright information for DutKant