Matthew 19:9

1 Corinthians 7:15

26) scheidt, dat hij

Dat is, de gelovige verlaat, of van zich jaagt, en den band des huwelijks hardnekkig van zijne zijde tenietdoet; gelijk toen bij de heidenen gewoonlijk was, en nu ook bij de Turken.

27) in zodanige

Namelijk wanneer die alzo den band des huwelijks van hunne zijde breken, uit haat alleen van het geloof.

28) dienstbaar gemaakt;

Dat is, niet gehouden van hunne zijde den band des huwelijks verder te houden, of ongetrouwd te blijven, gelijk hij den getrouwden, 1 Cor. 7:11, in het algemeen had bevolen; van welk gebod die ook uitgenomen worden.

1Co 7.11

29) tot vrede geroepen.

Gr. in vrede; dat is, om in vrede en met een geruste conscientie, hetzij in het huwelijk of buiten hetzelve te leven.

Copyright information for DutKant