Matthew 26:6

8) den melaatse,

Niet die toen melaats was, want zulkem mochten in de steden of vlekken niet wonen, en men nocht met hen niet eten of omgaan. Num. 5:2, maar die •f zulks geweest was, •f zulk een toenaam had van zijne voorouders.

Nu 5.2
Copyright information for DutKant