Matthew 27:56
48) de moeder van Jakobus en Joses, Zie van deze Matth. 13:55. Mt 13.55 49) de moeder der zonen van Zebedeus. Zie ook van deze Matth. 20:20. Mt 20.20Mark 15:40
22) Maria, de moeder van Jakobus, De huisvrouw van Alfeus; zie Matth. 10:3, en Matth. 27:56. Mt 10.3 27.56 23) den kleine, Dat is, van den jongere, die alzo toegenaamd werd tot onderscheiding van een anderen Jakobus, die Zebedeus zoon was; of van zijn oom, den broeder van Alfeus, gelijk sommigen menen. 24) Salome; Deze is geweest de huisvrouw van Zebedeus, gelijk blijkt uit deze plaats, vergelijk met Matth. 27:56. Mt 27.56John 19:25
41) [de vrouw] van Of, dochter; want dat haar man AlfeĀs geweest is, blijkt Matth. 10:3, vergelijk met Matth. 27:56; tenware dat Klopas, of Kleopas, haar tweede man geweest ware, gelijk sommigen menen. Mt 10.3 27.56 42) Klopas, en Die anders ook Kleopas genaamd wordt; Luk. 24:18. Lu 24.18
Copyright information for
DutKant