Matthew 28:3

8) gedaante

Dat is, aangezicht.

Mark 16:5

6) een jongeling,

Dat is, een engel in de gedaante van een jongeling.

7) lang kleed,

Grieks, stole. Zie daarvan Mark. 12:38.

Mr 12.38

John 20:2

5) weggenomen uit

Dit zegt zij omdat zij nog van den engel niet was onderricht van Christus' opstanding, dien zij daarna, zijnde wedergekeerd, gezien heeft, Joh. 20:12.

Joh 20.12

6) wij weten niet,

Dat is, ik en de andere vrouwen, die mij gevolgd zijn.

Copyright information for DutKant