Matthew 28:5
Mark 16:5
6) een jongeling, Dat is, een engel in de gedaante van een jongeling. 7) lang kleed, Grieks, stole. Zie daarvan Mark. 12:38. Mr 12.38Luke 24:4
5) twijfelmoedig waren, Of, zeer bekommerd. 6) mannen stonden bij haar in Dat is, engelen in mans-gedaanten. Zie #Matth. 28:2, die maar van een verhaalt, omdat die het woord voerde. Mt 28.2 7) blinkende klederen. Grieks bliksemende; dat is glinsterende gelijk de bliksem.
Copyright information for
DutKant