Matthew 3:11

12) met water tot bekering;

Grieks: in het water.

13) die na mij komt

Of achter mij, Joh. 1:15,27.

Joh 1.15,27

14) wiens schoenen ik niet waardig ben [Hem na] te dragen

Dat is, den allerminsten of slechtsten dienst te doen.

15) die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen

Johannes onderscheidt hier zijn uiterlijken doop van den inwendigen doop van Christus, waarmede Hij onze harten door zijnen Geest zuivert, gelijk het vuur de metalen van alle schuim en onreinheden. Zie dergelijke Joh. 3:5, en Hand. 1:5, en Hand. 2:4.

Joh 3.5 Ac 1.5 2.4

Mark 1:4

6) der bekering

De doop wordt alzo genaamd omdat hij bediend werd aan derenen, die hunne zonden beleden en bekering beloofden, en om hun een teken en verzegeling te wezen, dat hun hunne zonden van God om Christus' wil vergeven waren; Hand. 19:4; Rom. 4:11.

Ac 19.4 Ro 4.11

Ephesians 5:26

35) heiligen zou,

Dat is, afzonderen zou van alle wereldse mensen, en zich alleen toe‰igenen. Waarmede de apostel te kennen geeft, dat ook de mannen hunne vrouwen heilig tot zich moeten nemen, en van alle wereldse wulpsheden en schandvlekken vrijhouden.

36) met het bad

Dat is, door Zijn bloed en Geest, waarvan het bad des waters in den doop een teken en zegel is, en meteen een middel, waardoor de Geest Gods deze reiniging meer en meer versterkt. Zie Matth. 3:11; 2 Cor. 3:3; 1 Petr. 3:21.

Mt 3.11 2Co 3.3 1Pe 3.21

37) door het Woord;

Grieks, in het woord.

1 Peter 3:21

48) Waarvan het

Dit ziet op de ark en den ingang van Noach in de ark, door welke Noach is behouden gebleven in het water van den zondvloed, waarin de anderen vergingen.

49) tegenbeeld, de doop,

De doop wordt alzo genoemd, omdat hij een sacrament is van onze behoudenis uit het algemeen verderf der wereldse mensen, gelijk de ark was een middel van de lichamelijke behoudenis van Noach en de zijnen uit het verderf der eerste wereld.

50) niet die een aflegging

Dat is, die doop behoudt onze zielen eigenlijk niet, die uitwendig is, en waardoor de vuiligheid des lichaams wordt afgewassen, welke ook vele huichelaars en mond-christenen deelachtig zijn; maar, wil hij zeggen, die inwendig is, en door het bloed en den Geest van Christus aan onze zielen geschiedt.

51) des lichaams,

Grieks van het vlees.

52) die een vraag is

Of afvraging. Het Griekse woord betekent hier zulk een afvraging, die met een ernstige begeerte is gemengd van hetgeen waarnaar men vraagt, gelijk als men iemand om raad en hulp vraagt of verzoekt.

53) van een goed geweten

Dat is, die door het bloed en den Geest van Jezus Christus is gereinigd; Hebr. 9:14. En hierdoor wordt verstaan de vrijmoedige toegang en aanspraak der gelovigen in hun vertrouwen, en in hun gebeden tot God, als tot hunnen vader; zie Rom. 8:15; Gal. 4:6, welke een afscheidbare vrucht is van de vergeving onzer zonden en van onze vernieuwing of wedergeboorte. Anderen menen, dat hier gezien wordt op het gebruik van den doop der volwassenen in de eerste Kerk, welken afgevraagd werd of zij ook den duivel en de wereld voortaan wilden afzweren, en in een nieuw leven, met een goed geweten voor God wandelen; waarop zij antwoordden: ja; welke vraag en antwoord door dit Griekse woord eperotema zou verstaan worden. Dit antwoord dan uit een goede of gereinigde conscientie voor God spruitende, betuigt ook den inwendigen doop des harten.

Heb 9.14 Ro 8.15 Ga 4.6

54) door de opstanding

Namelijk die een volkomen bewijs is van Christus' voldoening voor onze zonden, en een onderpand van de opwekking van den nieuwen mens en van onze zalige opstanding hiernamaals. Zie Rom. 6:3, enz.

Ro 6.3

1 John 1:7

28) in het licht wandelen,

Dat is, niet alleen in de ware kennis van het Evangelie, maar ook in ware reinheid en heiligheid des levens.

29) met elkander,

Dat is, wij gelovigen onder elkander en gezamenlijk met God en Zijn Zoon, 1 Joh. 1:3. Of wij met God en God met ons.

1Jo 1.3

30) en het bloed

Dit doet de apostel daarbij om te tonen, dat ons wandelen in het licht niet een verdienende of werkende oorzaak van deze onze gemeenschap met God is, maar een vrucht en kenteken derzelve. Alzo Christus de Zoon van God deze teweeggebracht heeft door Zijn bloed, dat is, bloedig lijden en sterven, ons met God daardoor verzoenende en verenigende.

31) Zijn Zoon,

Dit doet de apostel daarbij, om daarmee uit te drukken de waardigheid van de verdienste van Christus; gelijk Hand. 20:28.

Ac 20.28

32) reinigt ons van

Namelijk wegnemende van ons de schuld en straf der zonden door de weldaad der rechtvaardigmaking, en de smetten der zonde of verdorvenheid door de weldaad der wedergeboorte, die in dit leven haar begin heeft, en hiernamaals ook volkomen zal zijn.

33) alle zonde.

Namelijk aangeboren als dadelijke, zo grote als kleine.

Copyright information for DutKant