Matthew 5:16

21) verheerlijken.

Of, prijzen en grootmaken.

1 Corinthians 3:13

30) iegelijks

Namelijk leraars. Want van die en hun werk spreekt hier de apostel alleen.

31) werk zal

Dat is, leer, die Hij voorstelt.

32) de dag zal het

Dat is, de tijd; of het licht der waarheid; Rom. 13:12,13; Ef. 5:13; 2 Petr. 1:19.

Ro 13.12,13 Eph 5.13 2Pe 1.19

33) verklaren, dewijl

Namelijk of het hout, hooi, stro en stoppelen, dan of het goud, zilver en kostelijke stenen zijn.

34) vuur ontdekt

Door dit vuur kan hier niet verstaan worden een vagevuur, waardoor de mensen na dit leven van hunne zonden zouden gevaagd of gereinigd worden, overmits door dit vuur, waar Paulus hier van spreekt, niet alleen het werk, dat vergaat of verbrand wordt, maar ook dat blijft en beloond wordt, zal beproefd worden; maar wordt verstaan •f van het vuur des Heiligen Geestes, die door het licht van Gods Woord den vasten arbeid en trouwe leringen der leraren mettertijd ontdekt in de gemeente Gods, en die de onnodige of zonderlinge leer onderscheidt en doet verdwijnen; niet anders dan het goud door het vuur van zijne onreinheden wordt gezuiverd; Ps. 12:7; Jer. 23:29. Of, het vuur van vervolging, zwarigheid en verzoeking, waardoor de oprechte leer gelijk als beproefd wordt, omdat zij alsdan ons een vasten troost geeft, hetwelk de andere niet doen kan; Jak. 1:2; 1 Petr. 1:6,7.

Ps 12.6 Jer 23.29 Jas 1.2 1Pe 1.6,7
Copyright information for DutKant