Matthew 6:13

19) leid ons niet

Of, breng ons niet; dat is, geef ons niet over.

20) verzoeking,

Namelijk des satans, der wereld en van ons vlees, om ons te brengen tot zondigen, of tot kwaad. Zie Jak. 1:13,14.

Jas 1.13,14

21) Amen.

Het is een Hebreeuws woord, en zoveel te zeggen als: het zij of worde alzo; of, het is zekerlijk alzo. Zie Deut. 27:15; Neh. 8:7.

De 27.15 Ne 8.6

John 21:24

37) de discipel, die

Namelijk Johannes de evangelist.

38) wij weten, dat

Namelijk niet alleen ik, maar ook al de discipelen van Christus en de gehele gemeente.

1 Corinthians 14:16

49) dankzegt met den geest,

Of zegent, dat is met deze gave des Heiligen Geestes begaafd zijnde, openbare dankzegging doet in de gemeente.

50) de plaats eens

Dat is, die onder de gemene lieden of toehoorders zit. Want het schijnt dat de leraars in een bijzondere en verhevene plaats hebben gezeten in de vergaderingen.

51) ongeleerden vervult,

Gr. idiotes; dat is, die de vreemde talen niet verstaat, en die geen openbare bediening of buitengewone gaven heeft, om in de gemeente te leren, het gebed of dankzegging te doen.

52) Amen zeggen

Dit woord Amen komt van een Hebreeuws woord, betekenende waarheid, zekerheid, vastigheid, en wordt gebruikt tot besluit des gebeds, Rom. 15:33; 2 Tim. 4:22, om daarmede te verklaren dat men toestemt hetgeen gebeden is en wenst dat het mag geschieden. Zie Deut. 27:15, enz; Neh. 5:13; Jer. 11:5; Luk. 24:53; Rom. 1:25, en Rom. 9:5; Openb. 22:20,21.

Ro 15.33 2Ti 4.22 De 27.15 Ne 5.13 Jer 11.5 Lu 24.53 Ro 1.25 Ro 9.5 Re 22.20,21

2 Corinthians 1:20

42) in Hem ja en zijn

Namelijk in Christus Jezus. Want gelijk Christus altijd dezelfde is in Gods beloften, die onveranderlijk zijn, alzo zijn alle beloften Gods van onze zaligheid Ja, dat is waarheid, en Amen, dat is gewisheid en vastigheid, in Christus, omdat God in het Nieuwe Verbond gene beloften der zaligheid doet noch volbrengt dan in Christus en door Christus. Zie Joh. 14:6; Hand. 4:12; Ef. 1:3, enz.

Joh 14.6 Ac 4.12 Eph 1.3

43) door ons.

Dat is, door den dienst van ons apostelen en leraars, die in deze leer ook niemand moeten kennen dan Christus en dien gekruisigd; 1 Cor. 2:2; Col. 2:9,10, enz.

1Co 2.2 Col 2.9,10
Copyright information for DutKant