Matthew 7:21-22

12) die tot mij zegt:

Dat is, die veel en ijdellijk roemt van Christus en zijn leer.

13) die daar doet de wil mijns Vaders,

Dat is, die in Christus oprecht gelooft, Joh. 6:40, en zijn leven naar Gods geboden aanstelt; 1 Thess. 4:3.

Joh 6.40 1Th 4.3
14) te dien dagen tot mij zeggen:

Namelijk des uitersten oordeels; Matth. 24:36.

Mt 24.36

15) in uwen naam geprofeteerd,

Dat is door uw bevel en kracht, als uwe dienaars, en tot verbreiding van uwe eer.

16) krachten gedaan?

Dat is, wondertekenen of mirakelen, 1 Cor. 12:10, omdat zij door de kracht van God geschieden.

1Co 12.10

Luke 13:26-27

Copyright information for DutKant