‏ Nehemiah 1

27) rechtvaardig;

Die zijn verbondsbeloften houdt, om des Messias' wil, die uw rechtvaardigheid voor des volks zonden zal voldoen, blijkende zulks daaruit, dat wij ontkomen zijn, hoewel beladen met een grote schuld, ten aanzien van welke wij voor U niet zouden kunnen bestaan, zo Gij met ons naar onze verdienste wildet handelen. VergelijK Neh. 9:8, enz.

Ne 9.8

28) om zulks.

Anders, met zulks.

1) geschiedenissen

Of, woorden.

2) Chisleu,

Zie Ezra 10:9. Naar het heilig of kerkelijk jaar der Joden, was het de negende maand; maar naar der Chalde‰n rekening, die het jaar in September begonnen, was het de derde maand.

Ezr 10.9

3) twintigste jaar,

Van den koning Arthasasta, gelijk onder, Neh. 2:1; zie aldaar.

Ne 2.1

4) Susan

De hoofdstad van Susiana, gebouwd [zo enigen schrijven] door Darius Histaspis.

5) broederen,

Dat is, bloedverwanten, of landslieden, Joden.

6) die ontkomen waren

Hebreeuws, de ontkoming.

7) landschap

Of, provincie, zoals het land Kana„n genoemd wordt, omdat het nu was onder het gebied der Perzische monarchie.

8) ellende

Hebreeuws, in groot kwaad; dat is, ellende en treurigheid.

9) oor

Dat is, verhoor toch; menselijker wijze van God gesproken.

10) ogen

Zie 1 Kon. 8:29.

1Ki 8.29

11) heden

Dat is, te dezer tijd.

12) ganselijk

Hebreeuws, wij hebben met verderving, of verdervende verdorven; dat is, wij hebben gans verdorvenlijk tegen U gehandeld en ons in alle manieren aan U schuldig gemaakt, door onze zonden.

13) geboden,

Zie van deze drie volgende woorden Deut. 5:31.

De 5.31
14) geboden hebt,

Zie Deut. 30:2,3,4 met de aantekening.

De 30.2,3,4
15) geef

Hebreeuws, geef hem ter barmhartigheden, of ontfermingen, dat is, werk nu in het hart des konings, dat hij zich mijns en mijns volks ontferme, en mijn verzoek gunstiglijk toesta; zie Jer. 42:12.

Jer 42.12

16) mans.

Namelijk, van den koning Arthasasta, gelijk de volgende woorden en het begin van Neh. 2: uitwijzen.

Copyright information for DutKant