Numbers 10:35

38) laat Uw vijanden verstrooid worden,

Anders, uw vijanden zullen verstrooid worden, enz.

2 Samuel 5:19

48) vraagde David den HEERE,

Vergelijk 1 Sam. 23:9, en 1 Sam. 30:7, en 2 Sam. 2:1, enz.

1Sa 23.9 30.7 2Sa 2.1

49) zekerlijk in uw hand geven.

Hebreeuws, gevende geven.

2 Samuel 8:1

1) Meteg-amma

Dat is, den toom van Amma, of van den elleboog. Het schijnt ganselijk dat hierdoor verstaan wordt de koninklijke hoofdstad der Filistijnen, Gath, die uitdrukkelijk vermeld is 1 Kron. 18:1, en [gelijk sommigen menen] gelegen op een berg genoemd Amma, en hier geheten een toom, omdat zij door hare vastigheid en macht de omliggende plaatsen in bedwang hield, en der vijanden inval belette.

1Ch 18.1

Psalms 68:24-25

56) van de

Dat uit de verslagen vijanden, ja uit een ieder van hen, of, dien haartop en zijn aanhang gesproten zal zijn. Verg. Ps. 58:11.

Ps 58.10
57) zij hebben

Uw volk. Dit schijnt te zien op het inbrengen der ark in Zion, [zie 2 Sam. 6:13,] of immers op het wederbrengen van de ark, na de verkregen victori‰n. Zie 2 Sam. 11:11.

2Sa 6.13 11.11

Ephesians 4:8-10

16) Hij: Als

Namelijk God.

17) Hij opgevaren is

Namelijk Christus, gelijk uit de volgende verklaring blijkt. Want dit is ene profetie van Christus' koninkrijk.

18) in de hoogte,

Dat is, in den hemel, gelijk verklaard wordt Ef. 4:10.

Eph 4.10

19) de gevangenis

Dat is, degenen die ons gevangen hielden, namelijk, zonde, duivel, dood en verdoemenis; over welke alle Christus door Zijn dood, verrijzenis en hemelvaart heeft getriomfeerd, Col. 2:15; alzo, dat hoewel zij ons nog bestrijden, wij nochtans in Christus de overwinning over allen hebben, Joh. 16:33; Rom. 8:37,38,39. Of, gevangenen, dat is, een grote menigte van gevangenen, gelijk 2 Kron. 28:5.

Col 2.15 Joh 16.33 Ro 8.37,38,39 2Ch 28.5

20) gaven gegeven.

Namelijk uit den hemel, wanneer Hij is gezeten ter rechterhand Gods Zijns Vaders; Hand. 2:33.

Ac 2.33
21) wat is het,

Dat is, wat geeft het anders te kennen?

22) nedergedaald

Namelijk door mijn bijzondere werking in het aannemen der menselijke natuur, uit de maagd Maria, gelijk Joh. 6:33,42; zonder dat Hij daarom den hemel, naar Zijn goddelijke natuur heeft verlaten. Zie Joh. 3:13, gelijk Hij ook na Zijne hemelvaart evenwel, naar Zijn goddelijke natuur en Geest, bij ons is tot de voleinding der wereld; Matth. 28:20.

Joh 6.33,42 3.13 Mt 28.20

23) in de nederste

Dat is, in de aarde, die het nederste deel der wereld is. Want het woord is vlees geworden en heeft bij ons gewoond, Joh. 1:14. Zie Ps. 139:15.

Joh 1.14 Ps 139.15
24) Dezelfde ook,

Namelijk persoon, hoewel Hij naar een andere natuur is nedergedaald.

25) alle dingen vervullen

Dat is, al de leden Zijner gemeente door Zijnen Geest en gaven, gelijk Ef. 4:8. Anderen nemen het voor de vervulling der voorzeggingen der profeten, waarvan deze profetie van David ook ene is. Dan, het eerste komt met de volgende verzen wel zo bekwamelijk overeen.

Eph 4.8
Copyright information for DutKant