‏ Numbers 17:10

15) wederspannige kinderen;

Hebreeuws, kinderen der wederspannigheid.

16) einde maken

Hebreeuws, hun murmureringen eindigen, van Mij, of van tegen, over Mij; dat is, eindigen en van Mij afwenden, doen ophouden, maken dat zij niet meer tegen Mij murmureren. Zie boven, Num. 17:5.

Nu 17.5

‏ Isaiah 30:9

29) een wederspannig volk;

Dat is, een volk, dat elke reis van den Heere afvalt en tegen Hem opstaat.

30) wet

Of, leer.

‏ Ezekiel 2:6

16) doornen bij u zijn,

Versta, mensen, die steken en kwaad doen met woorden of werken.

17) schorpioenen woont;

Anders: distelen. Versta, zeer listige en schadelijke lieden, die het verderfelijk venijn hunner boosheid behendiglijk weten uit te schieten.

‏ Ezekiel 3:26-27

74) Ik zal uw tong

De Heere geeft hiermede te verstaan dat Hij de moedwilligheid der Joden niet bedwingen, maar een tijdlang toelaten zou tot hun meerdere straf.

75) aan uw gehemelte doen kleven,

Dit kan verstaan worden •f van lichamelijke stomheid, •f van onbekwaamheid en verslagenheid des geestes, die God zijnen profeet heeft laten overkomen, omdat de Joden zijne predikati‰n onwaardig waren. Sommigen verstaan het alsof de Heere zeide: Ik zal u niets openbaren in dien tijd.

76) een wederspannig huis.

Zie boven Ezech. 2:5; Hebreeuws, een huis der wederspannigheid. Alzo in het volgende.

Eze 2.5
77) mond opendoen,

Dat is, door mijnen Geest en mijne kracht u de bekwaamheid wedergeven, om uw profetisch ambt te bedienen.

78) wie hoort, die hore,

Vergelijk boven Ezech. 2:5,7.

Eze 2.5,7
Copyright information for DutKant