‏ Numbers 4:15

22) de zonen van Kahath

Naderhand hebben de priesters, vermenigvuldigd zijnde, deze dingen ook gedragen. Zie Deut. 31:9; Joz. 3:6, en Joz. 8:33; 1 Sam. 4:4; 1 Kron. 15:11,12. Hoewel het schijnt dat de Levieten niet geheel uitgesloten waren; 2 Kron. 5:5.

De 31.9 Jos 3.6 8.33 1Sa 4.4 1Ch 15.11,12 2Ch 5.5

23) om te dragen;

Te weten, op hun eigen schouders. Zie onder, Num. 7:9, en niet op wagens; welke orde de Isra‰lieten niet onderhouden hebben; 2 Sam. 6:3,6,7; 1 Kron. 13:7, en 1 Kron. 15:12,13,14,15.

Nu 7.9 2Sa 6.3,6,7 1Ch 13.7 15.12,13,14,15

24) niet aanroeren,

Zie onder, Num. 4:20.

Nu 4.20

25) dat zij niet sterven.

Zie 1 Sam. 6:19 welke straf den Bethsemieten wedervaren is, omdat zij in de ark des Heeren gezien hadden, en 2 Sam. 6:6,7, wat Uzza overkomen is, toen hij de ark des Heeren aanroerde.

1Sa 6.19 2Sa 6.6,7

26) last der zonen van Kahath,

Dat is, hetgeen zij bezorgen en dragen moesten.

‏ 1 Kings 8:3

10) ark op.

Die te dezen tijde te Jeruzalem was, 2 Kron. 1:4.

2Ch 1.4

‏ 2 Chronicles 5:5

7) heilige vaten,

Hebreeuws, vaten der heiligheid; dat is, heilige vaten, alzo genoemd omdat zij tot een heilig gebruik verordend waren. Zie Lev. 16:4.

Le 16.4

‏ 2 Chronicles 5:7

9) aanspraakplaats

Dat is, het innerste deel des tempels, terstond in het volgende genaamd het heilige der heiligen. Waarom het de aanspraakplaats heet, is te zien 1 Kon. 6:5.

1Ki 6.5

10) de vleugelen

Zie de aantekening 1 Kon. 6:27, en 1 Kon. 8:6.

1Ki 6.27 8.6
Copyright information for DutKant