Proverbs 10:2

3) der goddeloosheid

Dat is, die door ongerechtigheid verkregen zijn, of ook goddelooslijk misbruikt worden.

4) de gerechtigheid

Versta, in het algemeen de liefde en trouw, die men zijnen naaste, naar de tweede tafel en voornamelijk naar het achtste gebod, schuldig is. Sommigen verstaan het woord gerechtigheid in het bijzonder van de aalmoezen en werken der barmhartigheid aan de armen, gelijk Dan. 4:27.

Da 4.27

5) redt

Te weten, niet omdat zij zulks uit hare waardigheid vermag of verdiend heeft; maar omdat God haar zo genadiglijk te belonen beloofd heeft, alzo onder Spreuk. 11:4.

Pr 11.4
Copyright information for DutKant