Proverbs 19:23
64) is ten leven; Dat is, voordelig voor het tijdelijke en eeuwige leven; 1 Tim. 4:8. 1Ti 4.8 65) zal Te weten, als men de ware vreze des Heeren heeft. 66) verzadigd Te weten, met Gods goederen en weldaden. 67) vernachten; Dat is, goede rust hebben. Vergelijk Ps. 25:13. Van het tegendeel zie Ps. 50:15,16. Ps 25.13 50.15,16 68) kwaad Te weten, der straf. 69) niet bezocht Namelijk ten verderve. Van het woord bezoeken zie Gen. 21:1. Ge 21.1
Copyright information for
DutKant