Proverbs 20:5

15) raad

Dat is, de wijsheid, waardoor men weet zichzelven en anderen in alle voorvallende dingen wel te raden.

16) mans

Te weten, die wijs, voorzichtig en kloekzinnig is.

17) diepe wateren;

Zie boven Spreuk. 18:4.

Pr 18.4

18) van verstand

Dat is, die verstandig is, alzo boven Spreuk. 10:23, en Spreuk. 11:12.

Pr 10.23 11.12

19) dien

Te weten, raad.

20) uithalen.

Dat is, uitputten en uittrekken, te weten, met den wijze te vragen, aan te horen en alzo te leren. Vergelijk boven Spreuk. 1:5. Of versta dat eens diepzinnigen en eenzamen mans genegenheid en voornemen nog enigszins van een verstandig man kan onderzocht, uitgevorst en ontdekt worden.

Pr 1.5
Copyright information for DutKant