Proverbs 8:36

72) geweld

Of, onrecht, of overlast. Hebreeuws, is een geweldiger zijner ziel. Zie het volgende lid van Spreuk. 8:36, idem onder Spreuk. 20:2.

Pr 8.36 20.2

73) Mij haten,

Zij worden gezegd God en zijne wijsheid te haten, die wetens en willens doen hetgeen God en zijne wijsheid haten. Zie van zulken Ps. 21:9, en Ps. 83:3; Rom. 1:30.

Ps 21.8 83.2 Ro 1.30

74) hebben den dood lief.

Dat is, doen hetgeen waarmede zij den dood en het verderf aan zich brengen; alzo, den vloek liefhebben, Ps. 109:17; loeren op zijn eigen bloed, boven Spreuk. 1:18; zijne ziel versmaden; onder Spreuk. 15:32.

Ps 109.17 Pr 1.18 15.32

Proverbs 20:2

6) eens konings

Te weten, welken een koning iemand in zijn toornigheid aanbrengt. Versta alzo de verschrikking der mensen; Gen. 9:2. De schrik Gods; Gen. 35:5. De schrik der Isra‰lieten; Deut. 2:25.

Ge 9.2 35.5 De 2.25

7) eens jongen leeuws;

Zie boven Spreuk. 19:12.

Pr 19.12

8) hem

Namelijk, den koning.

9) vergramt,

Te weten, met gramme en toornige redenen den koning bejegent.

10) tegen zijn ziel.

Dat is, tegen zijn leven, hetwelk hij in groot gevaar brengt. Vergelijk Num. 16:38, en 1 Kon. 2:23, en boven Spreuk. 8:36, mitsgaders de aantekening.

Nu 16.38 1Ki 2.23 Pr 8.36
Copyright information for DutKant