Psalms 10:1

1) waarom

Alsof hij zeide Doe toch niet alzo; nader met uwe hulp, en laat uw genadig aanschijn lichten; menselijkerwijze van God gesproken, gelijk dikwijls in dit boek. Verg. Ps. 3:8, en Ps. 7:7,8.

Ps 3.7 7.6,7

2) in tijden

Gelijk boven, Ps. 9:10.

Ps 9.9

Psalms 22:1

1) opperzangmeester.

Zie Ps. 4:1.

Ps 4.1

2) op ajeleth hassachar.

Of, naar, van, de hinde des dageraads. Sommigen houden het voor een muziekaal instrument, waarop men dezen psalm moest spelen; anderen voor de eerste woorden van een zeker lied, onder de Joden te dien tijde bekend, waarnaar deze psalm gezongen is. Daar zijn er ook, die het aldus uitleggen: in, of tegen de kracht des dageraads; menende dat deze heerlijke profetie van Christus' lijden, dood, opstanding, enz. den priesters en Levieten gegeven is om allen morgen met het aanbreken des dageraads in Gods huis gezongen te worden. Anderen duiden het op Christus, die bij een hert vergeleken wordt, Hoogl. 2:9,17; Hoogl. 8:14, en des morgens zeer vroeg uit het graf is opgestaan; gelijk de opstanding de morgenstond genoemd wordt, Ps. 49:15. waarvan de verstandige lezer zal mogen oordelen.

So 2.9,17 8.14 Ps 49.14

3) Mijn God,

Hoewel enige dingen in dezen psalm mede op David, als Christus' voorbeeld, bekwamelijk kunnen gepast worden, zo blijkt nochtans klaarlijk uit de vier Evangelisten, dat zij meest allen voornamelijk en eigenlijk in den persoon des Heeren Christus, onzen enigen Messias, zijn vervuld, en dat dienvolgens David door den profetischen geest onzen Heere Christus, als hier zelf tot zijnen Vader sprekende, heeft ingevoerd.

4) brullens?

Dit geeft te kennen een schrikkelijke beroerte des harten, voortbrengende een sterk geroep. Verg. Job 3:24. Ps. 32:3; Ps. 38:9. en zie Matth. 27:46. Hebr. 5:7. Dit alles heeft de Heere Christus geleden als onze borg, dragende den toorn Gods vanwege onze zonden en voor dezelve volkomenlijk betalende.

Job 3.24 Ps 32.3 38.8 Mt 27.46 Heb 5.7

Psalms 34:18

25) Zij

Te weten, de rechtvaardigen, uit Ps. 34:16.

Ps 34.15

Psalms 145:18

23) is nabij allen,

Te weten, om hen te helpen of verlossen, naar zijne goedertierenheid te huiswaarts.

24) in der waarheid.

Dat is, met vertrouwen, oprecht, met ernst en zonder ophouden, uit grond huns harten, zonder huichelarij en bijgeloof. Verg. hiermede Deut. 4:7; Joh. 4:24.

De 4.7 Joh 4.24
Copyright information for DutKant