Psalms 102:26-27

48) Gij hebt

De apostel gebruikt Hebr. 1:10,11,12, deze woorden om de Godheid van Christus te bewijzen, omdat hier de Heere Christus verklaard wordt niet alleen te zijn de Schepper van alles en eeuwig, maar ook een Verlosser en Zaligmaker zijner gemeente. Zie Ps. 102:14,16,23,29; waarom de apostel in de aangehaalde plaats ook den naam HEERE, uit het Ps. 102:13, herhaald zijnde, Hem toeschrijft.

Heb 1.10,11,12 Ps 102.13,15,22,28,12

49) voormaals

Hebr. voor het aangezicht; dat is hier te zeggen voormaals, voorheen.

50) Die zullen vergaan,

Te weten, hemel en aarde; Hebr. 1:10,11.

Heb 1.10,11

51) zij allen zullen

Te weten, al de hemelen.

Psalms 110:4

17) HEERE heeft gezworen,

Zie over deze psalm, inzonderheid over dit vierde vers het zevende hoofdstuk van den brief aan de Hebr. 7:4.

Heb 7.4

18) Gij zijt

Of, wees priester, of gij zult priester wezen.

19) Priester in eeuwigheid,

Te weten, die zichzelven zal offeren op het altaar des kruises, tot verzoening van al degenen, die in hem geloven; Hebr. 5:9, en Hebr. 5:9, en 9, 10.

Heb 5.9,9,9,10

20) naar de ordening

Of, naar de wijze van, of gelijk Melchizedek; die begin der dagen noch einde des levens had; idem, gelijk Melchizedek een koning en ook een priester geweest is, Gen. 14:18, alzo ook Jezus Christus, wiens voorbeeld Melchizedek geweest is.

Ge 14.18

Isaiah 53:8

33) uit den angst

Of uit den kerker, of uit dit geweldig benauwen. Hebreeuws, uit de besluiting; te weten uit de helse benauwdheid, die Christus in den hof Gethseman‚, [waar Hij bloed gezweet heeft] doch inzonderheid aan het kruis gevoeld heeft, toen Hij riep: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Versta dit ook van zijne opwekking uit de doden, en als Hij tot zijn hemelsen Vader ten hemel is opgevaren.

34) uit het gericht

Te weten uit het gericht van God, dat is, uit de verdoemenis, die Hij een tijdlang voor ons geleden heeft, zijnde voor ons een vloek geworden; Gal. 3:13. Doch enigen verstaan hier door het gericht den dood des kruises, waartoe Hij van de Joden en Pilatus veroordeeld was, in dezen zin: Ofschoon de Messias tot een schandelijken, ja vervloekten dood verwezen wordt, zo zal Hij nochtans, wil de profeet zeggen, eindelijk ten hemel opgenomen worden, nadat Hij voor onze zonden zal genoeg gedaan hebben.

Ga 3.13

35) Zijn leeftijd

Of, de gedurigheid van zijn leven, of zijne eeuw. Versta hier, behalve de eeuwigheid van zijn goddelijk wezen, ook de eeuwigdurendheid van zijn rijk, dewijl God, Hem opgewekt en aan zijne rechterhand gesteld hebbende in de hemelse plaatsen, zo leeft en regeert Hij in eeuwigheid, en de dood heeft geen geweld meer over Hem; Luk. 1:33; Rom. 6:9. Of, zijne generatie, dat is zijne kinderen, die geestelijk uit Hem zullen geboren worden.

Lu 1.33 Ro 6.9

36) afgesneden

Dat is, Hij is door een geweldigen dood weggerukt, gelijk men een boom met geweld afhouwt.

37) uit het land der levenden;

Dat is, dergenen, die in de wereld leven. Zie de aantekening Job 28:13; Ps. 27:13; Jes. 38:11. De zin is: Hij is gedood en in het graf gelegd.

Job 28.13 Ps 27.13 Isa 38.11

38) om de overtreding

Dat is, vanwege de zonden, zo der Joden als der heidenen, is Hij aldus geslagen en gemarteld, welke anderszins met recht de straf had moeten treffen.

39) Mijns volks

Dit zijn woorden van den profeet.

40) is de plage

Hebreeuws, [was] Hem de plaag; te weten die straf, dat Hij aan het kruis is genageld geworden; alzo wordt het Hebreeuwse bijvoegsel mo ook in het enkelvoudig getal genomen. Gen. 9:26,27; Job 20:23, en Job 22:2; Ps. 11:7; Jes. 44:15.

Ge 9.26,27 Job 20.23 22.2 Ps 11.7 Isa 44.15

Isaiah 53:12

62) Daarom

Alsof God de Vader zeide: Dewijl Hij voor de mensen zoveel gedaan en geleden heeft, [gelijk boven verhaald is]; zo zal Ik Hem van vele [dat is veel] mededelen; dat is, Ik zal hem veel geestelijke kinderen en gaven geven. Anders: daarom zal Ik Hem een deel geven onder de groten, alzo dat Hij met de groten en machtigen zal mogen vergeleken worden. Anders: daarom zal Ik Hem de geweldigen ten deel geven; namelijk de boze geesten; zie Col. 2:15.

Col 2.15

63) Hij zal de machtigen

Te weten den dood, de zonde, den duivel en de hel, die tevoren de overhand over de mensen hadden, zal Hij als een roof delen, dat is overwinnen en zijne uitverkorenen uit hunne hand verlossen. Anderen nemen het van de heerschappij van Christus over de machtigen dezer wereld, die zich zullen bekeren en Hem dienen; vergelijk boven, Jes. 52:15.

Isa 52.15

64) omdat Hij Zijn ziel

Dat is, omdat Hijz ich vrijwillig heeft laten vangen, martelen en doden.

65) met de overtreders

Alzo, dat Hij niet alleen tussen twee moordenaars is gekruisigd geworden, maar Barrabas, die vanwege een moord en oproer gevangen zat, is waardiger gehouden dan Jezus Christus, de Zoon van God.

66) en Hij veler zonden

Zie boven Jes. 53:11.

Isa 53.11

67) voor de overtreders

Zeggende: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen; Luk. 23:34.

Lu 23.34

Daniel 9:26

88) na die twee en zestig weken

Namelijk na de negen en zestigste week, want de zeven voorgenoemde weken moeten bij deze twee en zestig weken gevoegd worden.

89) uitgeroeid worden,

Het Hebreeuwse woord betekent somtijds zoveel als een misdadiger om het leven brengen. Zie Lev. 17:4.

Le 17.4

90) maar het zal niet voor Hem zelven zijn;

Dat is, niet tot zijn voordeel, maar tot voordeel van zijne uitverkorenen; of niet om zijner zonden wil. Anders, doch Hij zal gene [schuld] hebben, of maar zonder zijne [misdaad]. Of, zonder enige [schuld]. Anders, en zal geen [helper] hebben. Zie Dan. 11:44. Anders, en niet meer zijn; te weten onder de mensen, opgenomen zijnde ter rechterhand des Vaders. Vergelijk Gen. 5:24.

Da 11.44 Ge 5.24

91) een volk des vorsten,

Dat is, het heirleger der Romeinen.

92) zijn einde zal zijn met een overstromende vloed,

Te weten het einde, hetwelk de Romeinse vorst het Joodse volk zal aanbrengen. Of, het laatste dat hij het Joodse volk zal aandoen.

93) vastelijk besloten verwoestingen.

De zin is: Zij zijn vastelijk besloten, en de tijd is precies bestemd, wanneer zij komen en wanneer zij ophouden zullen. Sommigen verstaan dit aldus: Totdat Gods oorlog tegen zijn volk een einde hebbe, zijn de verwoestingen precies bestemd.

Luke 24:26

27) ingaan?

Namelijk na of door Zijn lijden; Hebr. 2:9; 1 Petr. 1:11.

Heb 2.9 1Pe 1.11
Copyright information for DutKant