‏ Psalms 103:20-21

19) gij krachtige

Hebr. gij helden van kracht.

20) gehoorzamende

Dat is, zo haast als gij hoort en verneemt wat Hij zegt en wat zijn wil is.

21) de stem zijns

Dat is, het bevel.

22) zijne dienaars,

De engelen worden Gods dienaren genoemd, Ps. 104:4; Dan. 7:10. Deze titel wordt ook den mensen gegeven; Jes. 61:6.

Ps 104.4 Da 7.10 Isa 61.6

‏ Hebrews 12:23

57) der eerstgeborenen,

Dat is, der uitverkorenen, die door de zonderlinge genade Gods vele hemelse voorrechten boven andere menchen hebben ontvangen.

58) de hemelen opgeschreven zijn,

Namelijk in het boek des levens. Zie Luk. 10:20; Filipp. 4:3; Openb. 13:8.

Lu 10.20 Php 4.3 Re 13.8

59) de geesten der

Dat is, de zielen dergenen die de volmaakte heiligheid en zaligheid in den hemel bezitten. Zie 1 Cor. 13:10; hoewel ze nog een andere volmaking ten uitersten dage met hunne lichamen verwachten, 2 Tim. 4:8.

1Co 13.10 2Ti 4.8

60) volmaakte rechtvaardigen;

Of geheiligden.

Copyright information for DutKant