Psalms 11:4

7) paleis

Dat is, in zijn heilig paleis, te weten, in den hemel, gelijk de volgende woorden schijnen te verklaren. Anders kan men het ook verstaan van den tabernakel. Zie Ps. 5:8; Hab. 2:20.

Ps 5.7 Hab 2.20

8) proeven

Zie Ps. 7:10.

Ps 7.9

Jonah 2:4

7) ik zeide

Te weten bij mijzelven, dat is, dacht. Verg. Ps. 31:23 met de aantekening.

Ps 31.22

8) Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen

Of, uitgedreven, uitgeworpen.

9) tempel Uwer heiligheid

Dat is, uw heiligen tempel, waar God mer zijne genade bijzonderlijk tegenwoordig was.

10) weder aanschouwen

Hebr. ik zal toedien of voortvaren te aanschouwen; dat is, weder aanschouwen. Dit bijzonder vertrouwen werkte Gods Geest in den profeet, waardoor hij de overwinning behield over het vlees. Anders: ik zal nochtans voortvaren te zien naar uw heiligen tempel; dat is, ik zal evenwel niet laten te wachten op uwe hulp, die Gij mij uit uwen tempel, [dat is om des Messias' wil, van wien de tempel een voorbeeld was] zult toeschikken. Verg. onder Jona 2:9.

Jon 2.9

Jonah 2:7

17) overstelpt was

Verg. Ps. 61:3, met de aantekening.

Ps 61.2

18) dacht ik aan den HEERE

Gelijk God vergeten goddeloosheid betekent, [zie Ps. 9:18, met de aantekening.] alzo is, zijner niet vergeten, maar gedenken, Hem voor ogen houden, dienen, tot Hem toevlucht nemen, op Hem vertrouwen; zie Ps. 20:8, en Ps. 42:7, en Ps. 44:18, en Ps. 77:4, enz.

Ps 9.17 20.7 42.6 44.17 77.3

19) kwam tot U

Gelijk Ps. 102:2.

Ps 102.1

20) tempel Uwer heiligheid

Zie boven Jona 2:4 en verg. 1 Kon. 8:44, met de aantekening. Sommigen verstaan den hemel, en zetten het over paleis uwer heiligheid. Zie Ps. 11:4, mede afgebeeld door den tempel.

Jon 2.4 1Ki 8.44 Ps 11.4
Copyright information for DutKant