Psalms 12:2-3
7) valsheid Of, ijdelheid, onnuttigheid. 8) een ieder Hebr. de man met zijnen naaste, of metgezel. 9) vleiende Hebr. een lip van vleiing, of gladdigheden; dat is, die wel kan vleien. Alzo in het volgende Ps. 12:4. Ps 12.3 10) dubbel Hebr. hart en hart; dat is, hun hart denkt anders dan de mond spreekt. Verg. Deut. 25:13,14. De 25.13,14
Copyright information for
DutKant