‏ Psalms 144:13

23) winkelen vol

Versta hier, die plaatsen waar men den voorraad bijeenbrengt en bewaart, hetzij schuren, kelders, pakhuizen of korenzolders, enz. In ‚‚n woord: David bidt hier dat God hem en de godzaligen wil zegenen met tijdelijke goederen.

24) enen voorraad

Hebr. van spijs tot spijs; dat is, overvloed van spijs.

25) bij duizenden

25) bij tienduizenden

Dat is, in grote menigte.

26) hoeven vermenigvuldigen.

Of, wijken. Zie de aantekening bij Job 5:10.

Job 5.10

‏ Ezekiel 7:15

51) buiten,

Te weten buiten de stad Jeruzalem.

52) binnen;

Te weten binnen de stad Jeruzalem.

53) die op het veld is,

Versta degenen, die uit Jeruzalem vluchten, om in haar verderf niet om te komen.

54) het zwaard sterven,

Te weten de Chalde‰n, die de stad zouden belegeren.

Copyright information for DutKant