‏ Psalms 147:10

17) des paards;

17) aan de benen des

Onder den naam des paards en der benen des mans vervat hij allerlei menselijke behulselen, ook vastigheden en sterkten der steden; welke wel God de Heere niet geheellijk verwerpt, [want het zijn gaven van zijn milde hand herkomende] maar dat berispt hier de psalmist, dat de mensen hun vertrouwen daarop zetten. Zie Deut. 7:7, en Deut. 9:4.

De 7.7 9.4

‏ Matthew 16:18

16) petra

Dat is, steen of steenrots; namelijk op deze uwe belijkdenis, die gij van mij doet. Of, op mij dien gij beleden hebt. Want Christus is alleen het fondament zijner gemeente, 1 Cor. 3:11, hoewel ook Petrus en ook de andere apostelen ten aanzien van hunne leer, fondamenten der gemeente kunnen genaamd worden, gelijk te zien is Openb. 21:19.

1Co 3.11 Re 21.19

17) poorten der hel

Dat is, noch de listigheid noch het geweld des duivels en zijner instrumenten. Want eertijds waren de raadhuizen en sterkten der steden in de poorten: Gen. 22:17.

Ge 22.17

‏ 1 Peter 2:6

15) Daarom is ook

Namelijk ten dele Jes. 8:14, en Jes. 28:16, en ten dele Ps. 118:22; uit welke plaatsen de apostel Petrus deze woorden haalt, latende enige woorden uit, die tot zijn voornemen niet dienden, maar den zin daarvan oprechtelijk aanhalende. Anderen zetten het over: Daarom vervat Hij [namelijk God] ook in de Schrift.

Isa 8.14 28.16 Ps 118.22

16) een uitersten Hoeksteen,

Zie hiervoor de aantekeningen 1 Petr. 2:4. 17 niet beschaamd worden. Dat is, in zijn verwachting niet bedrogen worden; gelijk Rom. 5:5, en Rom. 10:11.

1Pe 2.4,17 Ro 5.5 10.11

‏ Revelation of John 1:15

Copyright information for DutKant