Psalms 19:2

Proverbs 15:2

3) goed;

Dat is, aangenaam, sierlijk, stichtelijk en nuttig, als ter bekwamer tijd en plaats, en op behoorlijke manier voortgebracht zijnde. Anders: de wetenschap versiert de tong der wijzen.

4) stort

Te weten, gelijk een fontein steeds met groten overvloed water uitgeeft. Zie van het Hebreeuwse woord boven Spreuk. 1:23.

Pr 1.23

Proverbs 15:28

57) bedenkt

Dat is, giet niet onbedachtelijk uit al wat op de lippen komt, maar bedenkt tevoren rijpelijk wat goed en stichtelijk is omgesproken te worden.

58) om te antwoorden;

Dat is, om enige rede aan te vangen. Zie Richt. 18:14.

Jud 18.14

59) kwade dingen

Dat is, onstichtelijke en schadelijke.

60) uitstorten.

Zie van het Hebreeuwse woord Ps. 19:3, en boven Spreuk. 1:23.

Ps 19.2 Pr 1.23
Copyright information for DutKant