Psalms 2:9-10

21) scepter

Of, staf, dat is, met uw Goddelijke macht en rechtvaardige oordelen zult Gij de ongehoorzamen en wederspannigen verdoen.

22) in stukken

Alzo, dat de stukken hier en daar verstrooid worden. Zie Richt. 7:19. en verg. Jes. 30:14. Jer. 13:13. enz.

Jud 7.19 Isa 30.14 Jer 13.13

23) pottenbakkersvat

Hebr. eens formeerders, dat is, pottenbakkers.

24) tuchtigen

Of, onderwijzen, onderrichten. Zie van het Hebr. Spreuk. 7:22.

Pr 7.22

Isaiah 60:12

55) welke u

Dat is, welke zich aan het rijk van Christus niet willen onderwerpen.

56) die zullen vergaan;

Want buiten de kerk Gods is er gene zaligheid. Die behouden worden, die worden gezegd de kerk toegedaan te worden; Hand. 2:47; Openb. 21:24.

Ac 2.47 Re 21.24

57) zullen gans

Of, zullen gans en al vergaan. Hebreeuws, verwoestende verwoest worden, of met verwoesting verwoest worden; te weten die u niet willen dienen. Vergelijk Ps. 37:22.

Ps 37.22

Jeremiah 44:10

17) verbrijzeld [van hart],

Dat is, zij zijn niet vermurwd, noch gebroken van hart, zij hebben geen hartelijk berouw en leedwezen gehad, noch om genade gebeden; zie Ps. 51:19.

Ps 51.17

18) niet gevreesd,

Vergelijk Spreuk. 28:14, en boven Jer. 3:8.

Pr 28.14 Jer 3.8

19) aangezicht uwer vaderen gegeven heb.

Dat is, die Ik u en uwen vaderen klaarlijk en in het openbaar voorgelegd heb, opdat gij uwen wandel daarnaar zoudt richten.

2 Corinthians 10:4-6

11) de wapenen van onze

Dat is, de middelen, die wij gebruiken om door het Evangelie van Christus de mensen te bekeren, en onder het rijk en de gehoorzaamheid van Christus te brengen.

12) vleselijke, maar

Dat is, zulke als de natuurlijke mensen plegen te gebruiken, om anderen •f met welsprekendheid, •f met bedriegerij, •f met geweld onder zich te brengen.

13) krachtig door God,

Gr. Gode krachtig; dat is, door de kracht, die God daar bijvoegt, zo in het doen van wondertekenen, Mark. 16:20, als in het bewegen en overtuigen van de harten door Zijnen Geest, Hand. 16:14, en ook mede in het straffen van degenen, die zulks zochten te wederstaan. Zie een voorbeeld in Bar-Jesus,

Mr 16.20 Ac 16.14

14) der sterken;

Alzo noemt de apostel al wat de Satan en de wereld, hetzij met vervolgingen, hetzij met wereldse wijsheid en welsprekendheid, voorwerpt om den loop des Evangelies te stuiten, gelijk de twee navolgende verzen verklaren. Zie ook Jer. 1:10,18,19.

Jer 1.10,18,19
15) de overleggingen ter

Namelijk die de natuurlijke rede des mensen voortbrengt, om het Evangelie zijn aanzien te benemen.

16) nederwerpen, en alle

Dat is, Christus en Zijn woord onderwerpen. Want de rede des mensen moet geen richter zijn over het Evangelie, maar zich daaronder buigen en gevangen geven; gelijk de volgende woorden ook verklaren.

17) hoogte, die zich

Namelijk van aanzienlijke wijsheid of kloekheid.

18) Christus;

Dat is, des Evangelies van Christus, hetwelk dengenen, die verloren gaan, wel dwaasheid is, maar dengenen, die behouden worden, is het de macht Gods, 1 Cor. 1:18.

1Co 1.18
19) te wreken alle

Dit spreekt de apostel niet van enige uitwendige of wereldse wraak. Want die heeft Christus Zijnen apostelen verboden, Matth. 20:25, en Matth. 26:52; maar van de verkondiging der wraak Gods over de hardnekkigen en van het oefenen des kerkelijken bans tegen degenen, die zich voor leden der gemeente uitgevende, nochtans onchristelijk leren of leven.

Mt 20.25 26.52

20) vervuld zijn.

Dat is, volbracht, of ten volle bewezen zijn. En dit zegt de apostel tot verzachting van het voorgaande dreigement, om hen tot voorkomen van deze straf, door verbetering van zulke ergernissen, te bewegen; overmits daar ook behoorlijke tijd en middel tot bekering aan zulken moet gegeven worden eer de uiterste straf mag worden gebruikt.

Copyright information for DutKant